Jan van Ruusbroec(1293-1381) is een van de grote auteurs uit de Westerse christenheid. Zijn werken zijn, vooral sinds de Latijnse vertaling ervan uit 1552, in heel Europa gelezen. Meer nog, ze waren in de zestiende eeuw al aanwezig in bibliotheken in de zentiende eeuw al aanwezig in bibliotheken. van de Peking en Lima. In het begin van de twintigste eeuw citeerde de Japanse dichter Konosuke Hinatsu in een van zijn gedichten uit Ruusbroecs Geestelijke Brulocht. En sinds recente vertalingen in vele moderne talen, en een nieuwe wetenschappelijke editie van zijn volledige oeuvre, groeit de belangstelling voor zijn werk gestaag.
Jan van Ruusbroec is wat we vandaag een 'mystiek' schrijver noemen. Hij synthetiseert op weergaloze wijze een eeuwenoude contemplatieve traditie, en peilt naar de diepste betekenis ervan. In zijn tijd, de veertiende eeuw, is deze contemplatieve ('mystieke') manier van schrijven echter hoegnaamd niet meer vanzelfsprekend. Hij heeft het al zelf tijdens zijn leven kinnen ondervinden. En kort na zijn dood is er geleerd protest gerezen. Dat is niet verwonderlijk, aangezien de hele religieuze cultuur aan veranderen was. Toch zijn er altijd vooraanstaande intellectuelen geweest die Ruusbroec gelezen hebben. En vooral heeft de contemplatieve beweging, die -zij het soms marginal-ook in een veranderd religieus, cultureel en intellectueel landschap is blijven bestaan, zich kunnen voeden met de teksten van Jan van Ruusbroec.
Rob Faesen Jan van Ruusbroec EEN INLEIDING MET KERNTEKSTEN
Rob Faesen is lid van het Ruusbroecgenoot-schap(Universiteit Antwerpen) en doceert Middelnederlandse mystieke literatuur aan de Katholieke Universiteit Leuven.