Onze wereld is een groot dorp geworden, en wij voelen ons in toenemende mate wereldburgers. Met die mondialisering is ook een eind gekomen aan de oude samenlevingsverbanden, die grotendeels gebaseerd waren op het principe van de natiestaat. De nieuwe vrijheid is bedwelmend, maar ook zwaar om dragen. Zij houdt het gevaar in dat de burgers van de nieuwe wereld hun toevlucht zoeken in xenofobie en tirannie. Na de val van het communisme heeft de markt het pleit helemaal gewonnen. Een tijdlang reageerde Europees rechts daarop met een zekere arrogantie, maar links voelt zich tegenwoordig weer goed in een nieuwe rol: de sociaal - democraten verdedigen hun derde weg, die van de sociale markt - economie. Zij beperken zich voortaan tot het corrigeren van het kapitalisme, en willen de markteconomie rechtvaardiger zien functioneren. In dit boek gaat Jean - marie Guehenno, bekend van zijn veelgelezen het einde van de democratie,op zoek naar de rol die de democratie kan spelen in deze nieuwe context. Hoe zit het bijvoorbeeld met de aanspraken van de markt om zich in de plaats te stellen van de politiek? En waar ligt voor ons, Europeanen, de toekomst van de democratie en vrijheid? Guehenno vergelijkt de twee grote verschijningsvormen van de democratie met elkaar: de Amerikaanse, die de vrije keuze van de burger centraal stelt en voortdurend tabula rasa maakt, en de Europese, die gevangen zit in de herinnering aan een ouder, aristocratisch verleden. Guehenno stelt de vraag of de toekomst van de vrijheid voor ons, beide ervaringen: in het behoud van het cement van de eigen geschiedenis, maar zonder dat we daarbij de gevangenen worden van de eigen herinneringen. Op die manier wordt de keuzegemeenschap die Europa zal zijn, verbonden met een historisch verleden dat het heden niet bepaalt, maar dat toch niet kan worden genegeerd.