Op het grondgebied van de latere gemeente Assen lagen in de Middeleeuwen slechts enkele kleine dorpen.
De grootste waren Loon en Witten, met elk zo'n tien boerderijen. Assen zelf had het toen nog niet verder gebracht dan twee drie boerderijen. Niets voorspelde dan ook dat hier eens de hoofdstad van Drenthe zou opbloeien. De eerste aanzet op de weg daar naartoe was de komst van het klooster Maria in Campis, waarvoor in 1258 de fundamenten werden gelegd. Een volgende stap werd gezet nadat de Landschap Drenthe omstreeks 1600 een onderdeel werd van de Republiek der Verenigde Nederlanden en van bovenaf de Hervorming werd doorgevoerd. Het nieuwe Landschapsbestuur betrok het vrijgekomen klooster, waardoor Assen op termijn het bestuurscentrum van Drenthe werd. In de volgende twee eeuwen groeide Assen van een kleine nederzetting uit tot het op n na grootste hoofddorp van Drenthe en uiteindelijk, in 1807, tot een zelfstandige gemeente. Doorslaggevend was echter de negentiende eeuw, toen Assen daadwerkelijk uitgroeide tot een plaats met stedelijke allure.





In 21 rijk ge llustreerde hoofdstukken geeft dit boek een breed geschakeerd beeld van de geschiedenis van de gemeente Assen, vanaf de verre prehistorie tot aan het jaar 2000. De Geschiedenis van Assen kwam tot stand door de samenwerking van achttien deskundige auteurs en een zeskoppige redactie, onder voorzitterschap van dr. H. Gras, die tevens de eindredactie en de beeldredactie verzorgde. Het biedt voor het eerst een compleet overzicht van de Asser geschiedenis.