Schrijver Rende van de Kamp diende tussen 1978 en 1992 in vier verschillende legers. Toen Van de Kamp vertrok naar Zuid-Libanon in 1982, om mee te vechten aan de kant van de christelijke milities, werd dat nog afgedaan als een avontuur. Ook later, toen de schrijver diende in het Kroatische leger en daar zelfs officier werd in een speciale eenheid, was de algemene gedachte in Nederland dat het avontuurlijk was of zelfs voor de goede zaak. Wat een enorm verschil met vandaag. Vandaag zijn de Nederlandse vrijwilligers die naar Syrië en Irak vertrekken om mee te vechten met islamitische strijdgroepen zeer omstreden.

'Onder vreemde vlag' vertelt het verhaal van een vroegtijdig schoolverlater die een enorme drang had om te reizen en oorlog te voeren. Van de Kamp diende eerst in het Nederlandse leger, werd in Seedorf geplaatst en daarna in Libanon, waar hij deelnam aan de UN-vredesmacht Unifil. Later diende hij in de Sinaï-woestijn met de Multinational Force and Observers (MFO). Na zijn diensttijd in Nederland diende Van de Kamp bij het Free Lebanon Army van de christelijke majoor Haddad. Hij was betrokken bij het beramen van een invasie in Suriname en hij diende zeven jaar in het Franse Vreemdelingenlegioen. Tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië diende Van de Kamp in een eenheid van de Special Forces.

Naar aanleiding van dit boek werd in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg een aparte vitrine ingericht met de oude hoofddeksels en souvenirs van Rende van de Kamp. Van de Kamp schreef ook nog de boeken 'Soldaat voor een ander' en 'Geen mannen, maar duivels'.