Denemarken is een heuvelachtig land met schitterende goudgele, wuivende korenvelden en knalgele koolzaadvelden, een land dat al menig schrijver en dichter inspireerde. Maar ook de vakantieganger verliest er meestal snel zijn hart. Denemarken is een winderig land. Het waait er 355 dagen per jaar (gelukkig niet altijd hard). De Denen maken nadrukkelijk gebruik van die wind en de windmolen vormt dan ook een niet meer weg te denken beeld in Denemarken. Denemarken is een koninkrijk. Het is ongeveer 43.000 km2 groot en heeft ruim 5 miljoen inwoners. Dat betekent dat er gemiddeld zo’n 115 mensen op een km2 wonen. Denemarken is dus niet zo heel veel groter dan Nederland en nog niet eens anderhalf keer zo groot als België. Toch heeft het een kustlijn die totaal 7500 km lang is. Dat komt doordat Denemarken haast uitsluitend uit eilanden en eilandjes bestaat. En daardoor is het een vakantieland bij uitstek - je bent er immers altijd vlak bij zee. Voor de vele toeristen is het er heerlijk toeven. Er is rust te vinden en er zijn pretparken. Je kunt er vissen en fietsen en boswandelingen maken. Er zijn indrukwekkende oude gebouwen en moderne winkelstraten. Het is een land dat voor iedereen wel iets te bieden heeft. Denen zijn over het algemeen bijzonder vriendelijk tegen vakantiegangers. Bovendien voelen ze zich erg gevleid wanneer een toerist ze in hun eigen taal aanspreekt. Met deze gids in de hand is het niet moeilijk om contacten te leggen en zal een vakantie of een zakenreis in Denemarken zonder meer een succes worden. Hoewel de Deense taal op het oog vrij veel op het Nederlands lijkt, zal het oor het daar totaal niet mee eens zijn. De uitspraak is namelijk zo anders, dat de woorden soms nauwelijks te herkennen zijn. De keel. klanken en de ‘stoten’ zijn wij in onze taal ook niet gewend. De Deense ‘stoot’ (stgd steud) is een ademhalingsstoot die voor ons moeilijk aan te leren is en al helemaal niet fonetisch weer te geven. De enige manier om de ‘stoot’ echt onder de knie te krijgen is: goed luisteren (en veel oefenen). Deze ‘stoot’ komt voor aan het begin van een woord, wanneer dit woord met een k, p of t begint en klinkt als een soort van aangeblazen h. Daarnaast is de ‘d’ een probleemletter. Aan het begin van een woord wordt hij als een ‘gewone’ d uitgesproken, maar in een woord klinkt hij ongeveer als de Engelse ‘th’, een heel zachte d. Soms wordt hij helemaal niet uitgesproken en dat is vaak voor ons het handigst. In enkele gevallen wordt de dubbele tt ook als een zachte d uitgesproken. De meeste Deense woorden hebben de klemtoon op de eerste lettergreep. Waar dit niet het geval is, is een “ geplaatst voor de lettergreep die de klemtoon krijgt. Voorbeeld: goedemorgen = godmorgen - spreek uit: go0'morn, dus met de klemtoon op “morn’. Verder moeten alle cursief gedrukte woorden zo ‘Nederlands’ mogelijk worden uitgesproken. Enkele bijzonderheden zijn: d - ongeveer als Engelse ‘th’, een hele zachte d (of niet uitspreken) ê -als in hè èè - idem, maar langer aanhouden, als in crème g - als een zachte ‘k’, zoals in het Engelse go kk - heel zachte k, helemaal achterin de keel 5d - oo, die iets naar een aa neigt w _tussen w en v in, maar dichter bij de w .....