Als dochter van een Duitse emigrant wiens grootvader in 1882 vluchtte voor de pogroms in de Oekraïne, wordt Emma Morgenblatt geboren in Den Haag, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.

Na een mislukte vluchtpoging naar Engeland van haar ouders in 1942, komt Emma terecht op de Veluwe, waar ze onderduikt bij oud-Indischgasten die streng gereformeerd zijn. Een paar maanden na de bevrijding wordt ze opgehaald door haar vader - haar moeder is in Polen vermoord. Emma verlaat de veilige beschutting van haar onderduikadres voor een wereld waarin het moeilijk wennen is. Den Haag, Amsterdam. Later Djakarta, Parijs. Ze ontdekt Sartre, en wat ze voor het existentialisme houdt, en heeft, terug in Amsterdam, op een studentenfeest een cruciale ontmoeting waardoor haar hart met een ruk naar links wordt getrokken. De nieuw verworven politieke zekerheden leiden niettemin tot grote verwarring en veel drank.

Behalve de wederwaardigheden van een onrustig joods meisje beschrijft dit boek ook de voorgeschiedenis: het leven van Emma's vader in Duitsland, in een warenhuisfamilie, en zijn moeilijke emigrantenbestaan in Den Haag.

'Ontroerend, nee angstwekkend mooi.' Anet Bleich (De Groene)

'Het niet lezen van dit boek is een vergissing. Het wordt trouwens verfilmd. Hoop ik.' (Jan Zandbergen, Intermagazine)

'Lewins stijl is lichtvoetig en krachtig tegelijk (...) Een bijzonder talent heet Lewin voor het karakteriseren en levendig oproepen van de romanfiguren.' (Janet Luis, NRC Handelsblad)

'Een prachtig boek.' (Karel van het Reve, Het Parool)